Gesprekstechnieken
Wanneer ik met een kind of volwassene aan het werk ga, gaan we in gesprek over de hulpvraag. Wat is de hulpvraag? |
|
Door allerlei vragen te stellen kom je meer te weten over hoe het kind of de ouder staat ten opzichte van het probleem of hulpvraag.Vervolgens zoeken we met elkaar naar mogelijkheden en laat ik je andere vaardigheden zien, waaruit je kunt kiezen of die je aanspreken en voor jou zouden kunnen werken.
Een aantal voorbeelden:
Het probleem omdenken
Een probleem en het gedrag zien als een feit, waarmee je juist op zoek gaat om een nieuwe mogelijkheid te creëren. Door een probleem om te denken, los je het niet op, maar accepteer je dat het er is en maak je er juist een nieuwe mogelijkheid van.
(omdenkmethode van Berthold Gunster)
b.v. Een kind wat altijd maar klaagt over school, accepteer dit, ga er juist met humor mee om en geef een kind dagelijks uit school b.v. even 5 minuten klaagtijd, waarin hij of zij alles kan noemen.
NLP-model
Waar sta je nu? (met je hulpvraag)
Waar wil je heen?
Wat zijn daarbij je belemmeringen?
Wat heb je er voor nodig om daar te komen? (welke hulpmiddelen kun je gebruiken?)
Voor volwassenen is van belang om te weten dat juist een kind de oplossingen bedenkt, dan maak je een kind namelijk eigenaar van de oplossing en is hij of zij veel meer gemotiveerd.
Helpende gedachte
Zet een negatieve gedachte om in een positieve gedachte.
Je gaat er als het ware op een andere manier naar kijken. Je maakt er een helpende gedachte van.
b.v. Ik mag op school nooit met m’n mooie pen schrijven.
De helpende gedachte wordt: gelukkig schrijf ik op school met potlood, dan kan ik foutjes uitgummen en dan bewaar ik de pen voor thuis, gaat ie ook niet zo snel leeg.
Inzoemen op wat lukt
Inzoemen op dat wat lukt.
Bekijken hoe je dat doet, zodat je het op een ander moment ook zo zou kunnen doen.
Welke manier van leren past het beste bij je?
Door verschillende vragenlijsten in te vullen, kom je er achter welke manier van leren het beste bij je past:
Je bent een persoon die houdt van dingen doen (met handen), je bent meer een denker, je bent iemand
die het fijn vindt om samen te werken, je bent een kind graag met woorden en taal bezig is,
je bent meer een beelddenker, etc.
(Uit methodiek ‘Ik leer leren’ van Thea Adema)
Meervoudige intelligenties
Een deel van je intelligentie is genetisch bepaald, echter er is ook nog een deel wat onder invloed van de omgeving kan veranderen.
Door het gebruiken van meervoudige intelligenties (woordslim/denkslim/beeldslim/lichaamslim/muziekslim/natuurslim/mensenslim/ zelfslim) wordt een groter deel van het brein gebruikt, meer verbindingen gemaakt en kun je op vele manieren ‘knap’ zijn.
(theorie van Gardner)
Verschillende waarheden
Door je bewust te zijn dat ieder mens en ieder kind uniek is en dus op een andere manier ergens tegen aankijkt, realiseer je dat iedereen z’n eigen waarheid heeft.
“Jouw waarheid is niet dé waarheid!” (uitspraak van Jan Jutten van Natuurlijk Leren)
Door acceptatie ga je anders en veelal positiever kijken, waardoor er ook minder problemen zijn.
Je kunt altijd kiezen voor een andere gedachte!